Kennistoets benzodiazepinen

Hoeveel Nederlanders gebruikten in 2011 benzodiazepinen?

Welk middel werd in 2012 het meest voorgeschreven?

Hoeveel procent van de gebruikers is gestopt sinds benzodiazepines niet meer vergoed worden?

Mevrouw Slootvoort, 56 jaar, komt op het spreekuur van de huisarts. Tijdens het consult vertelt ze dat ze slecht slaapt. Ze doet de helft van de nachten geen oog dicht. Het slaapmiddel (nitrazepam) dat ze al jaren gebruikt, hielp aanvankelijk wel, maar nu niet meer. Na verdere anamnese geeft de huisarts een aantal adviezen ter bevordering van haar nachtrust. Daarnaast adviseert hij mevrouw Slootvoort te stoppen met de slaapmedicatie. In overleg wordt besloten de nitrazepam te vervangen door een kortwerkend benzodiazepine en dat vervolgens langzaam af te bouwen.

De keuze voor een kortwerkend benzodiapine is hier correct.

De heer Groen, 36 jaar, komt op het spreekuur. Hij heeft de laatste week last van slapeloze nachten. Overdag voelt hij zich moe en op zijn werk kan hij zich slecht concentreren. Bij navraag blijkt zijn vriendin hun relatie vorige week te hebben verbroken. Hij vraagt nu om een slaapmiddel. De huisarts bespreekt het probleem en besluit voor enkele dagen een slaapmiddel voor te schrijven.

Het voorschrijven van een slaapmiddel is in dit geval correct.

Mevrouw Slepers, 72 jaar, heeft vijf jaar geleden haar man verloren. Sindsdien heeft ze moeite met slapen. Ze komt bij de huisarts voor advies. Bij navraag blijkt mevrouw Slepers 's middags een uurtje naar bed te gaan en dan goed te slapen. De huisarts adviseert haar om ’s middags niet meer naar bed te gaan.

Dit advies is correct.

Mevrouw Van Amstel, 71 jaar, belt op voor het verlengen van de door haar vorige huisarts jarenlang voorgeschreven medicatie: nitrazepam 5 mg. De assistente vraagt mevrouw Van Amstel naar het spreekuur te komen. De huisarts bespreekt met zijn nieuwe patiënte het belang van stoppen met het gebruik van benzodiazepinen. Hij vertelt haar dat door inname van een slaaptablet (zoals nitrazepam) de kans dat zij overdag valt groter is dan zonder inname van een slaaptablet.

Deze uitspraak is correct.

Mevrouw Van Amstel blijkt al langer van de medicatie af te willen. Ze besluit dan ook te stoppen. De huisarts stelt voor om de komende week de nitrazepam om de dag in te nemen.

Dit is een correcte methode om de medicatie af te bouwen.

De heer Jansen, 63 jaar, komt bij de huisarts met de vraag of hij een slaaptablet kan krijgen, omdat hij maar zes uur per nacht slaapt en twee maal per nacht kortdurend wakker is. Overdag ondervindt hij hier geen hinder van. De huisarts concludeert dat hier sprake is van vermeende insomnie. Hij geeft uitleg aan de heer Jansen en legt uit dat in dit geval slaapmedicatie niet geïndiceerd is.

De conclusie van de huisarts is correct.